Reactiviteit. Oorzaken, verloop en valkuilen.

Reactiviteit bij honden

Reactiviteit bij honden is een veelvoorkomend probleem in onze steeds drukker wordende maatschappij. Honden die reactief zijn, reageren vaak overdreven op specifieke prikkels, zoals andere honden, mensen of onverwachte situaties. Dit gedrag ontstaat door een combinatie van genetische aanleg, negatieve ervaringen, overprikkeling en zelfs pijn. In deze blog bespreken we wat reactiviteit is, hoe het ontstaat, hoe het verloop kan zijn. Ook worden veelvoorkomende valkuilen in de training besproken.

Wat is Reactiviteit?

Reactiviteit beschrijft het gedrag van honden die snel en heftig reageren op bepaalde prikkels. Dit gedrag varieert van blaffen en grommen tot trekken, springen of zelfs uitvallen. Dit kan veroorzaakt worden door angst, frustratie, opwinding of een combinatie daarvan. Voor sommige honden is dit gedrag aangeleerd, maar vaak spelen ook genetische en omgevingsfactoren een rol. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat sommige rassen van nature gevoeliger zijn voor prikkels en dus reactiever reageren. Werkhonden, zoals herdershonden, vertonen bijvoorbeeld vaker dit gedrag doordat ze gefokt zijn om alerter te zijn.

Wanneer een hond uitvalt, vinden er verschillende processen in het brein plaats die nauw verbonden zijn met emoties als angst, opwinding en stress. Het uitvallen is meestal een reactie van het zenuwstelsel op een waargenomen bedreiging of sterke prikkel.

Het limbisch systeem is het emotionele centrum van het brein en omvat structuren zoals de amygdala en de hippocampus, die een rol spelen bij emotionele reacties en het geheugen. Wanneer een hond een bedreiging waarneemt (bijvoorbeeld een andere hond of een onbekend persoon), wordt de amygdala geactiveerd. Dit hersengebied is verantwoordelijk voor het verwerken van bedreigingen en het in gang zetten van een “vecht-of-vlucht” respons.

  • Amygdala: De amygdala activeert bij waargenomen bedreigingen en bepaalt of de situatie als gevaarlijk wordt ervaren. Bij een reactieve hond reageert de amygdala vaak sterk, waardoor het brein een hoge staat van alertheid bereikt.
  • Hippocampus: Deze structuur helpt het brein herinneringen op te slaan, inclusief negatieve of traumatische ervaringen. Bij honden die eerder negatieve ervaringen hebben gehad, zoals een aanval door een andere hond, kan de hippocampus deze herinnering naar boven halen. Dit versterkt de reactie en kan leiden tot overmatige uitval.

Zodra de amygdala een dreiging detecteert, stuurt deze een signaal naar de hypothalamus. Dit deel van de hersenen zet de bijnieren aan om stresshormonen zoals adrenaline en cortisol vrij te maken. Deze hormonen bereiden het lichaam voor op actie.

  • Adrenaline: Zorgt ervoor dat de hartslag stijgt, de bloeddruk omhoog gaat en de spieren aangespannen worden, zodat de hond klaar is om te reageren (uitvallen of vluchten).
  • Cortisol: Verhoogt de alertheid en zorgt ervoor dat de hond zich volledig op de dreiging richt. Bij chronisch reactieve honden blijft het cortisolniveau vaak hoog, wat leidt tot langdurige stress en een verhoogde gevoeligheid voor prikkels.

De prefrontale cortex is het deel van het brein dat verantwoordelijk is voor rationele beslissingen en zelfbeheersing. Bij honden die in een reactieve staat verkeren, neemt de activiteit in dit gebied af, terwijl de activiteit in het limbisch systeem toeneemt. Dit betekent dat de hond minder goed in staat is om kalm te blijven of rationeel te reageren. Bij hoge niveaus van stress neemt de prefrontale cortex een “achterbankpositie” in, waardoor impulsieve reacties – zoals uitvallen – dominanter worden.

Het sympathische zenuwstelsel, onderdeel van het autonome zenuwstelsel, speelt een centrale rol in de “vecht-of-vlucht” reactie. Wanneer het sympathische zenuwstelsel geactiveerd wordt, bereidt het lichaam zich voor op onmiddellijke actie. Spieren spannen zich aan, de ademhaling versnelt, en de pupillen verwijden zich om beter zicht te bieden op de dreiging.

Na een uitval probeert het parasympathische zenuwstelsel de hond te kalmeren door het hart te vertragen en het adrenaline- en cortisolniveau te verlagen. Bij reactieve honden kan dit proces echter traag zijn, waardoor ze langer in een gestreste toestand blijven. Dit maakt hen extra gevoelig voor nieuwe prikkels en kan ertoe leiden dat ze gemakkelijker opnieuw uitvallen.

Als een hond meerdere keren uitvalt en merkt dat dit gedrag de ‘bedreiging’ wegjaagt (bijvoorbeeld als andere honden afstand houden), versterkt dit de reactie. Deze versterking vindt plaats door een proces van operante conditionering. Elke keer dat het uitvallen ‘succesvol’ is, wordt het gedrag onbewust versterkt in het brein, waardoor de hond sneller opnieuw uitvalt in een vergelijkbare situatie.

Wanneer een hond dus uitvalt, activeert het brein een kettingreactie van emotionele en fysiologische reacties om met de waargenomen dreiging om te gaan. Het limbisch systeem, stresshormonen, en reflexmatige reacties maken dat de hond vaak niet meer in staat is om zichzelf te beheersen en impulsief reageert. Dit is waarom straffen of corrigeren niet werkt, misschien creeert het op kort terrmijn de illusie dat het uitvallen stopt, maar op lang termijn brengt dit meer schade toe dan goeds.

Hoe ontstaat reactiviteit?

Reactiviteit bij honden kan ontstaan door een complex samenspel van factoren:

  • Genetische gevoeligheid
    Net als bij mensen kunnen erfelijke eigenschappen het gedrag van honden beïnvloeden. Sommige rassen en zelfs individuele honden zijn gevoeliger voor prikkels en hebben een lagere drempel voor reactiviteit. Onderzoek naar gedrag en erfelijkheid toont aan dat bepaalde hondenrassen, zoals herders en werkhonden, vaker gevoeliger zijn voor prikkels door hun erfelijke aanleg.

Wetenschappelijke Bron: Jones, A. C., & Gosling, S. D. (2005). Applied Animal Behaviour Science, 95(1), 1-53.

  • Impact van stress en overprikkeling
    Chronische stress en overprikkeling spelen een belangrijke rol in het ontstaan van reactief gedrag. Honden die onvoldoende rust krijgen of voortdurend worden blootgesteld aan prikkels, raken sneller overbelast. Dit komt doordat langdurige blootstelling aan prikkels het zenuwstelsel gevoeliger maakt, wat leidt tot een verhoogde reactiviteit. Onderzoek naar stressniveaus bij honden toont aan dat chronische stress kan leiden tot verhoogde cortisolwaarden, wat de prikkelbaarheid en reactiviteit versterkt.

Wetenschappelijke Bron: Hekman, J. P., Karas, A. Z., & Dreschel, N. A. (2012). Applied Animal Behaviour Science, 141(3), 149-157.

  • Negatieve ervaringen en trauma
    Traumatische ervaringen, zoals een aanval door een andere hond, kunnen reactiviteit verergeren. Honden onthouden negatieve ervaringen en kunnen daardoor sneller en heftiger reageren op situaties die hen herinneren aan eerdere angstige momenten. Honden die veel stressvolle of angstige ervaringen hebben meegemaakt, reageren vaak sterker en hebben een verhoogd reactievermogen.
  • Pijn en lichamelijke ongemakken
    Pijn en ongemakken spelen ook een rol in reactief gedrag. Onderzoeken wijzen uit dat gedragsproblemen, waaronder reactiviteit, vaak voorkomen bij honden die last hebben van lichamelijke pijn, zoals gewrichtspijn. Pijn verlaagt de tolerantie voor prikkels, waardoor de hond eerder zal reageren op situaties die normaal gesproken minder heftig zouden zijn.
  • Wetenschappelijke Bron: Mills, D. S., & Marchant-Forde, J. N. (Eds.). (2010). The Encyclopedia of Applied Animal Behaviour and Welfare.

Zonder de juiste aanpak kan reactiviteit bij honden verergeren. Honden die bij iedere reactie een prikkel (bijvoorbeeld een andere hond) wegjagen door te blaffen of uit te vallen, leren dat dit gedrag werkt om afstand te creëren. Dit kan een zelfversterkend patroon worden.

Veelvoorkomende valkuilen

Bij het trainen van een reactieve hond kunnen er valkuilen zijn die het probleem juist verergeren.

  • Correcties
    Een veelvoorkomende fout is het gebruik van fysieke correcties, zoals rukken aan de lijn samen met het gebruik van sliplijnen of pinbanden. Correcties kunnen de associatie tussen de prikkel (zoals andere honden) en negatieve ervaringen versterken, waardoor de hond juist meer gespannen raakt.

Wetenschappelijke Bron: Herron, M. E., Shofer, F. S., & Reisner, I. R. (2009). Journal of Applied Animal Welfare Science, 12(3), 260-275.

  • Flooding of Overmatige Blootstelling
    Sommige eigenaren denken dat hun hond zal wennen aan prikkels door hem veel bloot te stellen aan moeilijke situaties. Deze techniek, bekend als “flooding,” blijkt echter vaak averechts te werken. Onderzoek toont aan dat honden die herhaaldelijk aan hoge niveaus van prikkels worden blootgesteld, sneller overprikkeld raken en reactiever worden.
  • Wetenschappelijke Bron: Hiby, E. F., Rooney, N. J., & Bradshaw, J. W. S. (2004). Animal Welfare, 13(1), 63-69.
  • Medische oorzaken negeren
    Zoals eerder genoemd, kan pijn reactiviteit veroorzaken. Honden die ineens reactief gedrag vertonen zonder duidelijke reden, moeten best eerst onderzocht worden op fysieke oorzaken.
  • Inconsistentie in training
    Een reactieve hond heeft baat bij een voorspelbare en consistente aanpak. Inconsistente training kunnen verwarring en stress veroorzaken, wat het reactieve gedrag kan versterken.
  • Wetenschappelijke Bron: Blackwell, E. J., Twells, C., Seawright, A., & Casey, R. A. (2008). Journal of Veterinary Behavior, 3(5), 207-217.

Tips om reactiviteit te verminderen

  • Goed gedrag belonen in plaats van ongewenst gedrag te bestraffen. Dit helpt om nieuw gedrag aan te leren, terwijl hun stress en angst worden verminderd.
  • Desensitisatie (honden geleidelijk aan prikkels laten wennen) en tegenconditionering (angst ombuigen naar positieve associaties) zijn effectief bij het verminderen van reactief gedrag. Begin met gecontroleerde, rustige blootstelling aan de prikkel, zoals andere honden, en verklein langzaam de afstand. Houd de sessies kort en herhaal ze regelmatig.
  • Honden die voldoende rust en ontspanning krijgen, kunnen beter omgaan met stressvolle prikkels.
  • Aangezien pijn/ongermak vaak een oorzaak zijn van reactiviteit (80% !), moet medische controle altijd deel uitmaken van het behandelplan.
  • Socialisatie met andere honden kan helpen, maar doe dit langzaam en gecontroleerd. Begin met positieve ervaringen en vermijd overprikkeling. Het kan nuttig zijn om samen te werken met een professionele gedragscoach.
  • Het belangrijkste is geduld. Gedragsverandering kost tijd, dus blijf volhouden en wees geduldig, ook al zie je niet meteen resultaat.

Wil jij graag hulp? We organiseren regelmatig groepslessen, of boek een prive les.

Hee, ik ben Sabrina

Ik hecht enorm veel waarde aan het welzijnsgericht omgaan met honden.Dit is ook de rode draad doorheen de blogs.

Blogs